Het gedenkteken aan de voet van het Hongaarse parlement

Het gedenkteken aan de voet van het Hongaarse parlement in Boedapest ter herinnering aan het Verdrag van Trianon (1920), waarbij Hongarije grote delen van haar grondgebied verloor.

‏Transkarpatië: de meest vredige uithoek van Oekraïne. De oorlog is in deze zuidwestelijke oblast ver weg. Drones slaan er niet in en bommen vallen er niet. Er worden kampen georganiseerd om kinderen uit de oorlogsgebieden even rust te bieden. Maar inmiddels is de spanning er om te snijden. Niet alleen omdat ook hier met grote regelmaat (vaak nog jonge) mannen van het front terugkeren naar hun laatste rustplaats. Maar ook omdat de Hongaarse minderheid in wat ooit een deel van Hongarije was, zich gemangeld voelt tussen Boedapest en Kiev. En bijna niemand durft erover te praten.

‏Zoveel is duidelijk dat voor verreweg de meeste etnische Hongaren, van wie de overgrote meerderheid behoort tot óf de Rooms-katholieke, óf de Gereformeerde Kerk, de oorlog tussen Rusland en Oekraïne niet hún oorlog is. En terwijl ze vanuit Hongarije subtiel en minder subtiel in die opvatting worden gevoed, verwacht de regering in Kiev zonder omwegen dat ook de Hongaarstaligen meevechten aan het front, zo’n 1300 kilometer verderop. Met militaire roadblocks, die dan hier, dan daar opduiken en ook met invallen in openbare gelegenheden, maken de militaire autoriteiten duidelijk dat het de overheid ernst is met die opvatting. Mannen tussen de 25 en 60 die niet kunnen aantonen dat ze een vrijstelling hebben, worden opgepakt. Een enkele maal werden ze zelfs bij de uitgang van de kerk opgewacht.

‏Halsoverkop weg
‏Van de circa 150.000 Hongaarstalige Oekraïners die bij de inval van de Russen in 2022 in Transkarpatië woonden, wachtte ruim een derde deel de ontwikkelingen niet af en verliet het land. Halsoverkop soms: de pannen stonden bij wijze van spreken, maar soms ook letterlijk, nog op het vuur. De meesten gingen de grens over naar Hongarije, anderen vertrokken naar andere landen binnen de EU.
‏Hoeveel potentieel dienstplichtige mannen het betrof, is niet bekend. Vaak gingen hun vrouwen namelijk mee. Soms met de kinderen, soms zonder. Die bleven dan achter bij opa en oma of werden opgevangen in tehuizen en scholen. Erika Gál, directeur van het Református Líceum in Nagydobrony, een gereformeerde middelbare school dichtbij de Hongaarse en Slowaakse grens, vertelt in de nieuwsbrief van de Gereformeerde Kerk in Hongarije, dat haar school jonge kinderen opvangt van wie de ouders het land verlaten hebben.
‏Overigens zitten de grenzen inmiddels potdicht voor potentiële landverlaters. Mannen die niet hebben kunnen wegkomen, zijn inmiddels vrijwillig (die zijn er namelijk ook) of gedwongen naar het front vertrokken. Anderen doken onder. Inmiddels zijn ook priesters en predikanten niet langer vrijgesteld van het vervullen van militaire dienstplicht. Van gereformeerde predikanten is bekend dat ze bij een roadblock werden aangehouden en werden meegevoerd naar het militaire hoofdkwartier. Na tussenkomst van ‘hogere’ kerkelijk instanties, die wezen op hun onmisbaarheid in de gedecimeerde gemeenten van voornamelijk oude mensen, vrouwen en kinderen, mochten zij weer vertrekken. Ze moeten zich wel maandelijks melden. Een predikantsvrouw vertelt dat het al enkele malen is voorgekomen dat de vrouw van de predikant begrafenissen leidt, zodat haar man veilig is. ‘Hij gaat niet over straat, maar door de tuinen naar de kerk, bang om opgepakt te worden.’
‏Er doen verhalen de ronde dat protestantse voorgangers meer kans lopen opgepakt te worden dan orthodoxe priesters, omdat die volgens heersend bijgeloof je effectief kunnen vervloeken. De protestantse dominees beschikken niet over die krachten, zo wil dit volksgeloof.

‘Kanonnenvlees’


Orban
‏Op de morgen van de Amerikaanse presidentsverkiezingen plaatste Viktor Orbán op Facebook deze foto van zichzelf voor een tv waarop de uitslagen binnenkwamen met de tekst: ‘Deze is al binnen!’ . In het bijschrift heette het: ‘Goedemorgen, Hongarije! Op weg naar een mooie overwinning.’

Inmiddels is betrouwbare informatie over de situatie in de provincie erg moeilijk te vergaren. Mensen zijn bang om te praten omdat kritiek henzelf of de kerken mogelijk schade kan berokkenen en kan worden uitgelegd als een vorm van landverraad. Wel zijn er aan beide zijden van de Hongaars-Oekraïense grens media die het vuurtje van de etnische tegenstellingen stevig oppoken. Aan Hongaarse zijde wordt dan bijvoorbeeld gesproken over ‘Hongaars kanonnenvlees’ en wordt gesuggereerd dat Hongaarstaligen met opzet in de voorste linies worden ingezet. Of er wordt herinnerd aan Oekraïense wreedheden ten opzichte van de Hongaren in de tijd van de Sovjet-Unie als straf voor de Hongaarse collaboratie met de nazi’s tijdens Wereldoorlog II.

Aan de Oekraïense kant van de grens worden etnische Hongaren in media soms op z’n minst aangeduid als behorend tot ‘de vijand’ of nog iets minder subtiel als ‘Hongaarse honden’. Duidelijk is dat nationalistische reflexen aan beide zijden brede kansen krijgen.

Wat niet meewerkt aan meer ontspannen verhoudingen is de opstelling van de Hongaarse premier Viktor Orbán in het Russisch-Oekraïense conflict. Hij flirt openlijk met de Russische president Poetin en verkondigt al tijden dat de westerse wapenleveranties aan Oekraïne het conflict alleen maar langer doen duren en verergeren. Daarom zou Europa daarmee moeten stoppen, Oekraïne moeten overhalen tot een wapenstilstand en het afstaan van de door Poetin veroverde ‘Russische’ delen van het land (Donbas en Luhansk), waarbij Oekraïne een neutrale ‘bufferstaat’ tussen Rusland en het westen zou moeten worden. En dus zeker geen lid van de NAVO, zoals Zelensky graag zou zien.

Orbáns opstelling vindt weerklank onder de Hongaarse minderheid in de Transkarpaten, al is nauwelijks iemand bereid dat hardop te zeggen. En datzelfde geldt voor de grote sympathie die de Hongaarse leider koestert voor de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump. Dat is overigens niet verwonderlijk omdat deze in dezelfde oplossingsrichting denkt. De wederzijdse sympathie heeft overigens ook ideologische en ethische wortels. Beiden zien West-Europa als een decadent, arrogant broeinest van wokisme, aantasting van ‘christelijke waarden’ en ethisch verval in het algemeen. En dat sluit weer aan bij antiwesterse opvattingen zoals die ook elders in de wereld aan kracht gewonnen hebben, niet in de laatste plaats bij Vladimir Poetin.

Trauma
‏Een belangrijke bron voor de al decennia lang voortdurende tegenstellingen tussen Oekraïners en Hongaren is het feit dat de Transkarpaten lange tijd deel uitgemaakt hebben van het Hongaarse rijk. Overigens vormden de etnische Hongaren toen – zoals nog steeds – in dit gebied slechts een minderheid van ruim 10% van de bevolking van de provincie. De grote meerderheid bestaat uit Oekraïners.
‏Maar het gaat in de beleving van de Hongaren niet zozeer om aantallen als wel om het feit dat de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog in 1920 bij het Verdrag van Trianon Hongarije als (mede-)verliezer van de oorlog afstraften door maar liefst tweederde van het land toe te wijzen aan omringende landen, waaronder Oekraïne. Daardoor kwamen zo’n 3 miljoen Hongaren buiten eigen land te wonen.
‏Het is een trauma dat tot op de dag van vandaag doorettert en dat met name door Orbáns partij Fidesz gevoed wordt. Onder andere met miljoenensubsidies voor economische, culturele en ook kerkelijke projecten van de buiten de grenzen levende Hongaarse minderheden. In die omringende landen levert dat hier en daar zelfs de angst op dat Orbán, zodra hij zijn kans schoon ziet, wel eens tot annexatie van een of meer in 1920 verloren gegane gebieden zou kunnen overgaan.

‏‘Hij gaat niet over straat, maar ‏door de tuinen naar de kerk, ‏bang om opgepakt te worden.’

‏Voor het parlementsgebouw in Boedapest is een gedenkteken geplaatst dat de herinnering aan Trianon levend wil houden en waarop de (Hongaarse) namen van alle duizenden steden en dorpen die in 1920 afgestaan moesten worden, zijn vermeld. Tot en met die van de Kroatische hoofdstad Zagreb die destijds onder de naam Zágráb in Hongaars gebied lag. Het grondgebied van Hongarije liep in die tijd zelfs door tot aan (de Adriatische) zee.

Uitzichtloosheid


Orban

Een Oekraïens affiche waarop mannen worden opgeroepen zich te melden voor militaire dienst: ’Je bent tot meer in staat dan je denkt’.

De door de erfenis van Trianon gevoede nationalistische gevoelens in combinatie met de ellende van de oorlog, het feit dat het mannelijke deel van de bevolking grotendeels gevlucht is, de (daardoor) lege kerken en de materiële ellende (vooral in de winter) maken de voornaamste ingrediënten uit van de malaise en het klimaat van spanning en angst in dit uiterlijk misschien wel meest vredige deel van Oekraïne.

Mensen zijn bang erover te spreken, maar off the record zijn sommigen wel bereid iets meer te vertellen. Een student vertelt dat predikanten opgebrand raken. Ze willen in de zondagse diensten een beetje hoop aanreiken, maar in de uitzichtloosheid vinden ze hun woorden al snel goedkoop klinken. Regelmatig moeten ook de gesneuvelde doden worden begraven. Het ergst zijn nog wel de begrafenisplechtigheden van militairen wier lichaam niet teruggevonden kon worden.

Mensen zijn bang voor de wintermaanden: vaak valt de stroom uit en is er geen verwarming. In de gemeente van de betrokken student werd vorig jaar een oude vrouw doodgevroren in haar huis aangetroffen. Het Diaconaal Centrum van de Gereformeerde Kerk in Beregszász (Oekraïens: Berehove), waar voorheen naast een aantal vrouwen ook tien mannen werkten, moet het nu zonder die laatsten doen. Mede dankzij hulp uit het westen is men in staat de boel draaiend te houden. Deze maand bijvoorbeeld delen vrijwilligers van de stichting AK, 32 jaar geleden ontstaan vanuit de (toen nog) Nederlands-Gereformeerde Kerk te Maassluis, voor de veertigste keer drieduizend voedselpakketten uit aan de allerarmsten.

Ook Stichting Fundament werkt al geruime tijd in het gebied. Dat gebeurde onder meer in samenwerking met de Ouderlingenbond (die nu vanwege de afwezigheid van mannen inactief is) en het gebeurt nog steeds in nauw overleg met het Diaconaal Centrum (dat een sociale keuken, een bejaardentehuis, een hospice en een bakkerij exploiteert).

Overigens benadrukt Bram Vreugdenhil van de Stichting AK dat het onder de Hongaarstalige gereformeerden in de Subkarpaten ook weer niet koekoek-één-zang is als het gaat om de beoordeling van de politieke situatie. Er zijn er ook die zich loyaal opstellen ten opzichte van de Oekraïense autoriteiten en vrijwillig naar het front vertrekken. Hij noemt in dit verband ook de naam van de burgemeester van Beregszász, Zoltán Babják. Hij is aan zijn derde termijn bezig, geldt als onkreukbaar en stelt zich loyaal op ten opzichte van de landelijke overheid.

‏Strafmaatregelen?
‏Zoveel is zeker ten aanzien van Oekraïne in het algemeen en de Subkarpaten in het bijzonder: de toekomst is buitengewoon onzeker. Dat geldt ook als er een einde zou komen aan de oorlog. Hoe zal zo’n vrede eruitzien? Hoe moet het land, waarvan grote delen in puin liggen, weer opgebouwd worden?
‏En zeker niet in de laatste plaats: hoe zal de Oekraïense regering omgaan met de 4,3 miljoen Oekraïners die vooralsnog tot maart 2026 zogeheten ‘tijdelijke bescherming’ genieten binnen de EU? Wat als zij terugkeren? Een kleine miljoen van hen zijn mannen en die hebben zich door hun vlucht aan de dienstplicht onttrokken of zijn gedeserteerd. Zullen zij te maken krijgen met strafmaatregelen? En wat betekent dat – voorzover het Hongaarstalige mannen betreft – voor de nu al gespannen etnische verhoudingen?
‏In de Gereformeerde Kerken in Transkarpatië gaan de predikanten ‘s zondags hun veelszins gedecimeerde gemeenten als vanouds voor in gebed. En daarin klinken eveneens als vanouds bekende, eeuwenoude formules. Het ‘O God, wees ons genadig’ bijvoorbeeld en het ‘Heer, ontferm u’. Maar zelden werden die oude woorden met zoveel overtuiging uitgesproken en meegebeden als nu.